De 7 soorten versierders die je vindt in iedere kroeg
Er zijn twee mogelijke scenario’s in de dans der paring die plaatsvindt in clubs en kroegen. De eerste is dat je een enorm lekker ding ziet staan op de dansvloer en besluit om een poging te waren. De tweede is dat jij dat enorme lekkere ding bent op de dansvloer en dat een ander besluit om een poging te wagen. To be versierd, or not to be versierd: in iedere kroeg vinden zich zo’n beetje dezelfde rituelen plaats. Als je om je heen kijkt, is er dan ook een grote kans dat je bepaalde patronen gaat herkennen. Wij besloten deze patronen op een rij te zetten, met soorten versierders die je vindt in iedere kroeg.
7 soorten versierders
1. De subtiele wrijver
Waarschijnlijk ken je deze wel. Of misschien ben je er zelf een. De subtiele wrijver is, naja, subtiel. Nadat deze wrijver de dansvloer gescand heeft op het lekkerste tijgertje dat er rond kronkelt, komt hij in actie. Hij wurmt zichzelf de dansvloer op, tussen de zwetende lichamen door. Vervolgens wrijft hij met z’n eigen klamme lichaam over dat van jou. Het liefst zo dicht mogelijk tegen je ‘no go zone.’ Waarschijnlijk voel je op het begin vrijwel niets van de terror die achter je gaande is, maar zodra je iets opmerkt en omkijkt zal de subtiele wrijver deze blik met een knipoog en vuile grijns ontvangen. Brr.
2. De kat uit de boom kijker
Naast de wrijver hebben we er eentje in de wereld van versierders die nóg subtieler te werk gaat, namelijk de observeerder. De observeerder vind je meestal in de donkere hoekjes van de kroeg, of eventueel hangend aan de bar. Deze observeerder neemt, zodra hij zijn slachtoffer in zicht heeft, de rest van de avond de tijd om deze kanjer intens aan te staren. Hij zal zichzelf overigens niet te veel gaan mengen in de mensenmassa en het voornamelijk bij kijken houden. Mocht de observeerder na een uurtje of drie opzichtig gestaard te hebben tóch het lef bij elkaar geraapt hebben, zal hij in de uiterste situatie misschien nét een handje uit durven steken wanneer je voorbij loopt. Tegen die tijd heb jij overigens al de hele avond zijn penetrante blik in je rug voelen prikken waardoor jij je snel terugtrekt bij z’n aanraking.
3. De big spender
De big spender is een geval apart. Deze persoon is namelijk na een avondje stappen ineens een stukje lichter, En dan niet omdat hij/zij die avond flink heeft lopen dansen. Nee: omdat ‘ie al z’n geld weer op mysterieuze wijze uit heeft weten te geven aan drank. Openingszinnen heeft deze sjansbal namelijk niet nodig. “Wil je wat drinken?” is de go to. De big spender ziet al het lekkers in de kroeg als een snoepwinkel en is vastbesloten om een tasjevol van dit lekkers mee naar huis te nemen. Gretig biedt ‘ie op al het moois dat op z’n pad komt, telkens verontwaardigt wanneer zijn gevangen visjes ervandoor gaan met de door hem betaalde Baco van een tientje.
4. De woordenstrooier
Openingszinnen, je hoort regelmatig een aantal verschrikkelijke voorbij komen. Van “Deed het pijn, toen je uit de hemel viel?” tot “Mijn naam is Henk, dan weet je vast wat je straks gaat gillen.” Je bent er fan van, of je bent het niet. Ze kunnen overigens behoorlijk vermakelijk zijn op z’n tijd. De woordenstrooier weet hier alles van: hij heeft namelijk een openingszinnetje of dertig voor je klaarliggen en is niet bang om deze één voor één uit z’n mouw te schudden. De woordenstrooier is smoother dan een babybil en gladder dan een bad vol glijmiddel. Deze beste man is een ware woordenkunstenaar en is dan ook niet bang om zijn woordenkennis te gebruiken om jou helemaal te betoveren.
5. De grijpmachine
Zijn handen zijn z’n wapens, de kroeg is z’n slachtveld. De grijpmachine is namelijk niet bang om z’n handen uit de mouwen te steken. Dit resulteert in ongevraagde handjes op verschillende geslachtsdelen. Laten we eerlijk zijn, meer dan een klap in het gezicht gaat deze tactiek niet opleveren. Daarnaast is het ook totaal niet oké om mensen ongevraagd aan te raken, of je nu een man bent of een vrouw. Hou je handjes gewoon thuis dus, tenzij je toestemming hebt. Anders noem je die shit gewoon aanranding, for your information.
7. De micropenis
De laatste in de verschillende versierders is de micropenis. Deze man is er namelijk een die niet mag ontbreken. Als vrouw komt hij regelmatig op je pad. Hij is enorm zelfverzekerd en wil dit zo goed mogelijk laten ‘doorschemeren’ in het bijzijn van zijn vrienden. Hij is, net als de woordenstrooier, in het bezit van een flinke woordenschat. En hij is dan ook niet bang om deze te gebruiken. Oneliners als “Goeie tieten heb je wel.” en “Jij ziet eruit alsof je geneukt moet worden.” Maar ook gewoon wetenschappelijkere humor, zoals: “Hoe noem je het vetrandje om de vagina? De vrouw.” Ja, deze man is een ware genie op het gebied van paringsrituelen. Met zijn vrienden erbij om hem te ondersteunen komt hij tot z’n ware piek. Hij roept slet naar vrouwen op straat en knijpt af en toe even ongevraagd in iemands bil. Allemaal symptomen van een zogenaamde micropenis in zijn broek, overigens.
