Als cultuur een festival is, is de naam Zwarte Cross

Of we hebben gelachen. Een vraag die we krijgen als we ons allereerste non-alcoholische drankje krijgen voorgeschoteld. Waar in godsnaam vraag je jezelf af? Net buiten het festivalterrein De Schans tijdens een sampling, 23:43. IJskoud en alvast goed tegen de grandioze poes, eh, kater die ons te wachten staat. Want tja, we zijn op Zwarte Cross geweest. Of andersom.
Waar we goed in zijn geworden met z’n allen: in hokjes plaatsen, ‘labelen’, vooroordelen. Tenminste, dat denken we. De laatste tijd zijn we ook ineens heel goed geworden in taboes doorbreken, diversiteit, inclusiviteit. Dingen die niet eens een ding zijn op de Zwarte Cross, want iedereen is er gewoon om te genieten. Waar we nog steeds nog niet goed in zijn geworden: normaal doen, niet zeuren, niet-over-alles-nadenkend-genieten.
Gelukkig is er dan nog, toevallig ook direct het grootste van Nederland, een festival in de Achterhoek. Waar ze óveral van de daken schreeuwen, nøhlen is dodelijk, het is immers hun slogan, georganiseerd door De Feestfabriek Alles Komt Goed. Nøhlen = neulen. Neulen = zeuren, dus zeuren is dodelijk. Nou, dan weet je, daar zijn ze wél goed in waar we niet goed in zijn. Niet zeuren, maar genieten. Met 237.500 man, vier dagen lang.

Weggezet als zuipers, maar dan ook door zichzelf
Maar Zwarte Cross is toch alleen snoeihard zuipen? Meh. Weet niet. Of ja, misschien ook wel, want als we vooraan in de comedy club zitten op de Theaterweide, horen we: “We moeten de Zwarte Cross de Zwarte Cross houden. Iedereen die iets geks doet, mag je op zijn/haar bek slaan. Bijvoorbeeld iemand die nuchter is en…. Uh ja, dan mag je ‘m eigenlijk al slaan.”
Hokjes plaatsen, dus. Maar wel met zelfspot. Daardoor is het niet erg, als je het allemaal maar niet te zwaar neemt. Wat goed kan, want als je de Theaterweide afstapt, loop je richting de megamainstage waar artiesten, bijvoorbeeld The Opposites, alles en iedereen ophypen.
Het contrast is tekenend en de mensen van heinde en verre omarmen dat. Het mooiste voorbeeld daarvan: je schreeuwt met I am Unwritten van Natasha Bedingfield in Gaycafé De Kast op aanmoediging van dragqueens, maar zingt daarna ook mee met Danny’s Autopaleis op de tribune van de crossbaan. Met dezelfde mensen én Danny Panadero als MC zelf.
Cultuurprikkels
Het mooie: het ligt in lijn met elkaar, geografisch gezien (of voelde dat misschien zo?). Het gaycafé is onderdeel van het Stadsplein met veel verschillende cafés en winkels, en loop je daar van weg, loop je naar crossbaan. Daar waar helden daadwerkelijk tot leven zijn gekomen in de heldenklasse en NASA-raketten ook hun weg letterlijk omhoog hebben gevonden in de specialklasse. Onderweg weet je niet waar je moet kijken in verband met grootse cultuurprikkels. Er komen zo’n 127 mannen voorbij die net hun mond wagenwijd openzetten om een hap te nemen van een broodje Unox, terwijl in de Reggeaweide rastagirls aan het chillen zijn. De mannen hebben modderschoenen, de vrouwen zandvoeten. Opvallend: één van de mannen trekt één van zijn klompen uit, haalt ‘m door het slijk en duwt zijn voet er daarna weer in. Lijkt ons alleen voor hem vervelend, maar dat terzijde.

“Nog even en dit bord mag ook niet meer”
Om je heen staan muziek, theater, cross, stunts en spektakel constant centraal. Met ook daarin twee constante factoren: nøhlen is dodelijk, het festivaldrankje Nozem Oil en humor. Ook dit jaar waren de bekende bordjes weer op hun best. Als we voorbij de Discotent lopen zien we op links boven de menigte uitsteken ‘Nog even en dit bord mag ook niet meer.’ Meer staat er niet, maar het zegt alles. Reikhalzend uitkijkend naar de zomer en vol levensvreugde worden elk jaar deze borden weer gemaakt. En elk jaar lijken ze beter te worden, wat knap is, want er wordt nu toch al een kwart eeuw aan humor ontwikkeld.
Bezoekers Zwarte Cross geen bezoekers, maar fans
Naast de kenmerkende borden, kom je overal het 11-jarige Nozem Oil tegen. Hét drankje (of doen we daarmee bier tekort) van de Zwarte Cross. Als een ware turbobooster vloeit het als smeerolie door de festivalgangers. Niet alleen als drankje zelf, maar ook als merchandisecrosser. Dat zwartecrossbezoekers trouw zijn, wordt wel duidelijk. Of ja, het zijn geen bezoekers, het zijn eerder fans. Fans die dus komen voor de cultuur, maar daarbij ook namen als Lee Towers, Goldband, Bastille en Rondé meepakken. Zijn ze het even beu, duiken ze in een intieme setting (in allerlei vormen te interpreteren) of trekken ze zich terug (in maar één vorm te interpreteren). Het festival is daar namelijk groot genoeg voor. Wat heet: een festival als de Zwarte Cross heeft eigenlijk een paar weken nodig.

Bewogen editie, meerdere primeurs
“Het was een ronduit bewogen editie met meerdere primeurs.” Dat zijn de eerste woorden waar de communicatie-afdeling van de Zwarte Cross hun persbericht mee begint. Met natuurlijk als belangrijk aspect: het ongeluk op vrijdag bij de attractie met valluik. Een donkere rand voor de organisatie, en op het moment van schrijven is er nog geen update gegeven. We weten uit eigen ervaring dat de Zwarte Cross veiligheid echt onmiskenbaar en ongeloofleijk hoog in het vaandel heeft staan, We waren namelijk ook aanwezig bij de generale repetitie. Hierbij liet de organisatie ons zien wat er allemaal bij komt kijken en geloof ons: de Zwarte Cross werkt met control rooms waar u tegen zeggen niet volstaat. Hier zijn tientallen mensen constant bezig met veiligheid en het zijn jaarronde banen voor mensen die daar mee bezig zijn.
