Festivalontberingen die we moeten missen deze zomer

Festival

We zagen het al in de verte aankomen, maar dat maakt het allemaal niet minder zuur. De Nederlandse festivalzomer gaat niet door, en met een beetje pech, moeten we het het restant van 2020 helemaal zonder festivals doen. Een keiharde dreun voor liefhebbers van plezier én voor de mensen in de evenementenbranche die dit plezier mogelijk maakte.

Festivals zijn een plek waar je even alles kan vergeten, waar je shows kunt zien waar je nog jaren over napraat en waar je strontzat naar de bar kunt strompelen om nog een biertje te halen, en niemand je raar aankijkt.

Dit is maar een kleine greep van wat we deze zomer moeten missen, maar er is zóveel meer. Het zijn namelijk juist de vunzige, irritante, vervelende en stinkende ongemakken op een festival waar je met een grijns op je porem aan terugdenkt.

Daarom een kleine ode aan de festivalontberingen die we deze zomer helaas moeten missen.

Thuiskomen

Op festivals gebeuren gore dingen, dat is juist de charme. Op een weekender eet, dans en slaap je in de modder. Het is dus niet gek dat je hier smerig van wordt. Nog voordat je jouw tent hebt opgezet zitten jouw kleren al onder een dikke laag derrie. En ondanks dat je flink hebt bijgelapt om met je tent dichtbij de sanitaire voorzieningen te staan, laat je stromend water dit weekend voor wat het is. Precies zoals het hoort. Je doucht maandag wel als je thuiskomt.

Het moment waar we allemaal bewust of onbewust naar uitkijken. Wanneer we weer thuis zijn na een heel weekend alles gedaan te hebben wat god verboden heeft, onze spullen in een hoek hebben gegooid en onder de douche stappen. Dat moment, lieve mensen, is goud.

Het duurt minsten tien minuten voordat het water dat van je afkomt weer helder is, maar wanneer je me je tenen de laatste grove stukjes door het doucheputje duwt, voel je je als herboren. Als een reptiel heb je jouw huid achtergelaten in het doucheputje en bent klaar voor de volgende uitdaging.

[Tekst gaat verder onder foto]

 

Dixi struggles

Festivals doen rare dingen met je. Je besef van tijd raakt in de war, maar ook fatsoen, manieren, zindelijkheid en normen en waarden worden netjes in de drug disposal bij de ingang van het festival geflikkerd. Die haal je later wel op. Of niet, wat kan jou het namelijk schelen.

Iets wat er niks om geeft waar jij je bevindt, is die stoelgang van jou. Die werkt namelijk gewoon lekker door om te proberen om die shit die jij in je lichaam gooit allemaal te verwerken. Op een gegeven moment moet je schijten. Je kunt er tegen vechten, maar dat is een strijd die je sowieso gaat verliezen.

Omarm in plaats daarvan het feit dat je lichaam nog steeds werkt en rock die dixi like there is no tomorrow. Druk jouw drol met alle op de bouwwerken van talloze andere bezoekers en laat zien wie de sterkste is. Sla een overwinningskreet uit en voel jezelf een keizer op de troon, die zojuist een stuk land heeft veroverd. Al is het maar één vierkante meter.

En als je vervolgens een lauw stuk pizza in je smoel drukt zonder je handen te wassen, dán voel je pas echt dat je leeft.

Festivalmunten

Je wordt genaaid waar je bij staat, maar je geeft geen fuck dat je zojuist omgerekend een halve maand huur hebt geruild tegen een plak plastic. Festivals zijn namelijk een vorm van escapisme, en in die festivalrealiteit, is dat stukje plastic veel meer dan een middel waarmee je jouw drank betaald. Deze festivalmuntjes zijn een belofte voor iets moois.

Wanneer je drie kwartier in de rij hebt gestaan voor je muntjes, geloof je heilig dat het er genoeg zijn om een heel weekend mee te doen. Niet denkend aan de muntjes die je over twee weken in dat handige zakje in je broek terug gaat vinden. Hoeveel je uiteindelijk aan munten hebt uitgegeven? Weet jij veel. Het boeit je ook niet. Je vraagt je huisbaas wel of je de huur wat later kunt betalen deze maand.

Jij hebt namelijk 2 vierkante meter aan plastic munten in je broekzak, de zon schijnt en de wereld ligt aan je voeten. Kippenvel…

[Tekst gaat verder onder foto]

festivals

Emotionele rollercoaster

Festivals kenmerken zich door de dingen die je voelt. Blijdschap wanneer je jouw vrienden terug hebt gevonden, angst als je ze weer kwijt bent, maar ook waardering, irritatie, euforie, woede, verbazing en enthousiasme. Met nagenoeg geen slaap of een andere vorm van pauze razen de emoties door je lijf. Dit put enorm uit. Er komt een moment, verwacht of onverwacht, dat je beseft dat je lichaam helemaal op is en dat alles wat je voelt nog maar op twee manieren naar buiten komt: een lach of een traan.

Met mensen om je heen lach je om alles wat er gezegd wordt, maar op het moment dat je naar de closing set van je favoriete DJ staat te kijken, voel je een traan over je wang rollen. ‘Kan dit moment voor altijd duren?’, vraag je jezelf.

De pendelbus

In een overvolle pendelbus op weg naar een festival is nog niet zo erg. Jullie zijn allemaal hyped AF en hebben een fantastische dag/weekend voor de boeg. Het boeit je niet dat je in een harmonicabus zonder airco wordt gepropt, dit is namelijk jouw vervoer naar de poorten van de hemel.

De terugweg is een iets ander verhaal. Als een groep uilen staren de mensen voor zich uit, woorden worden er niet gesproken en de MDMA-dampen slaan op de ramen. Je ziet een gast zonder shirt het raam likken, maar je bent te erg naar de klote om er iets van te vinden.

Fuck, wat missen wij dit…