Dit zijn de originele regels van beerpong

Zet een lange tafel met een aantal red cups en een balletje neer op een feestje en het is sowieso een succes. Er is op ieder moment wel iemand aan de beerpong tafel te vinden en het kan er fanatiek aan toe gaan. Maar omdat het nog wel eens spannend kan worden, heb je er altijd mensen bij die er stiekem een regel bij verzinnen om zelf te kunnen willen. Resultaat: iedereen speelt met andere beerpong regels. Maar dat is nu verleden tijd. Dit zijn de échte beerpong regels.

De originele regels van beerpong

De basis van beerpong ken je misschien al, maar vandaag gaan we echt alles tot in detail uitleggen. Zo kunnen jij of een van je vrienden niet meer sjoemelen, jij valsspeler.

Wat heb je nodig?

Voor een goed potje beerpong heb je niet veel nodig. Zorg alleen wel dat je de volgende benodigdheden in huis hebt:

• Een tafel: je hoeft geen officiële beerpong tafel te hebben, een lange tafel zoals de meesten die in de keuken hebben staan werkt ook prima.
• Red cups: beide teams hebben er tien nodig en de overige twee kunnen worden gebruikt om het balletjes in schoon te maken wanneer hij op de grond is gekomen. Een gemiddelde red cup is ongeveer 470 ml.
• Beerpong ballen: je kunt hiervoor speciale aanschaffen, maar in principe zijn dit gewoon pingpongballetjes.
• Bier, bier en nog eens bier. Of sterke drank, voor de die-hards.

The game

Wanneer je de bovenstaande benodigdheden hebt verzameld kan het spel beginnen. Je speelt beerpong één tegen één of in teams. Aan beide kanten van de tafel worden tien bekers neergezet in de vorm van een piramide. De bekers worden ongeveer voor 1/3 gevuld met bier.

De bedoeling van het spel is dat de teams of spelers om de beurt het balletje in één van de bekers van de tegenstanders weet te gooien. Gooi je raak, dan moet de tegenstander de desbetreffende beker leegdrinken en opzij zetten. Deze beker doet nu niet meer mee in het spel. Het team of de speler die als eerste alle bekers van de tegenstander leeg heeft, want het spel en mag zich de beerpong-koning noemen!

Regels van beerpong

Hoewel in basis het spel gewoon gaat zoals hierboven uitgelegd wordt, zijn er ook een aantal regels. Voor de valsspelers onder ons.

• Wanneer je ervoor kiest om de bal met een stuit richting de bekers van de tegenstander te gooien, mag deze door hen gevangen of weggeslagen worden. Daarnaast mag de bal pas op de tafelhelft van de tegenstander de stuit maken.
• Wanneer twee ballen in één beurt in dezelfde cup worden gegooid is het spel meteen afgelopen en heeft dat team gewonnen. Lucky you!
• Iedere keer wanneer er na een beurt zes, drie of één cup overblijft, moeten de cups opnieuw neergezet worden in de vorm van een piramide. Het is dus níét op aanvraag van de tegenpartij. En geen discussie mogelijk.
• Een speler mag géén hand of voet of wat dan ook op de tafel plaatsen om daarmee het spel voor zichzelf te bevorderen of de tegenstander te hinderen. Mocht je een bierbuik hebben waar je niets anders mee kunt, mag die vanzelfsprekend wel op tafel, als je hier maar niet mee valsspeelt!
• Tijdens de worp mag de elleboog van de gooiende speler niet voorbij de tafelrand komen, om te voorkomen dat er zo extra lengte gecreëerd wordt.
• Spelers mogen niet waaien, blazen of op wat voor andere manier dan ook, opzettelijk een andere luchtstroom rondom de cups veroorzaken. Heel flauw ben je dan trouwens.

Verschillende worpen

Je hebt bij beerpong veel verschillende technieken. Omdat de meeste die jij waarschijnlijk wil uitvoeren vallen onder valsspelen (zie regels hierboven), zetten we hier even neer welke wél volgens de officiële beerpong regels zijn.

We beginnen bij het boogje, de echte beerpong klassieker. De speler werpt de bal letterlijk zoals de naam al zegt, met een boog in de richting van de cups van de tegenstander. Met deze techniek zit je altijd safe.

Vervolgens heb je de ‘snelle bal’. Deze worp is vooral voor de gevorderde beerpongtijgers onder ons. Het is in vergelijking met het boogje een strakkere worp in een rechte lijn. De ‘snelle bal’ is met name gunstig als er al een bal in de cup van de tegenstander zit.

Als laatste heb je de stuiterbal. Deze worp lijkt misschien de makkelijke weg omdat je hem via een stuit in een cup probeert te krijgen. Maar let op, zoals we in de bovenstaande regels ook al zeiden mag de tegenstander bij deze worp de bal vangen of wegslaan. Gevalletje risico van het vak dus.